17

‘Devon,’ riep Bridget vanuit de andere kamer. ‘Ik kom naar binnen. Wees maar niet bang. Ik doe je niets.’

Devon verstijfde en reikte toen instinctief naar de lamp waarmee ze Lester had geslagen.

Bridget verscheen in de deuropening. Haar wenkbrauwen gingen omhoog toen ze de lamp zag. ‘Of misschien moet ik bang zijn dat jij mij iets doet.’ Ze stak haar pistool in haar jaszak. ‘Zo beter?’

‘Nee. Je hebt net een man vermoord, hè?’

‘Ja.’ Ze keek naar Enright. ‘Maar jij ook. Je had dan misschien een betere reden, maar misschien ook niet. Het is maar hoe je het bekijkt.’ Ze keek naar Devons gezicht en vervolgens naar haar gescheurde blouse. ‘Heeft Enright je pijn gedaan?’

‘Natuurlijk. Wat had je dan verwacht?’

‘Niets. Enright was de enige factor waarvan ik niet op de hoogte was.’ Ze glimlachte vaag. ‘En zo te zien ben je erin geslaagd Enright meer pijn te doen dan hij jou.’ Ze draaide zich om. ‘Zet die lamp weg en kom naar de keuken, dan zal ik die snee op je hoofd verbinden.’

Devon verroerde zich niet.

‘Luister, ik weet dat je me niet vertrouwt. Je zou ook wel gek zijn. Maar ik weet niet hoe ik – Ja, toch wel.’ Ze liep door de kamer en knielde bij Enrights lichaam neer. Snel fouilleerde ze hem en vond zijn schouderholster. Ze trok de Glock eruit en liet hem over de vloer naar Devon glijden. ‘Hou die bij je. Dan voel je je zekerder. Het verbaast me dat hij hem niet heeft gebruikt.’

‘Het is waarschijnlijk niet eens bij hem opgekomen.’ Devon raakte haar borst aan, die nog steeds pijn deed. ‘Hij gebruikte graag zijn handen.’

‘Hufter.’ Bridget draaide zich weer om. ‘Pak het wapen. Ik had je er tenslotte een beloofd.’

‘Een belofte die je niet van plan was na te komen.’

‘Uiteindelijk wel. Ik doe het nu toch?’ Ze verdween naar de andere kamer. ‘Kom, dan maak ik die snee schoon voordat we weggaan. Het is hier niet veilig.’

Devon bukte zich en pakte de Glock op. ‘Waarom zou ik met je meegaan? Misschien lever je me wel bij Danner af.’ Toch volgde ze Bridget de keuken in. Bridget had gelijk: met het pistool voelde ze zich veiliger. ‘Je hebt me erin geluisd. Ik weet niet meer wanneer je liegt of de waarheid spreekt.’

Bridget knikte. ‘Weet ik. Maar het is niet wat je denkt. Ik heb je nooit iets aan willen doen. Je was voor mij alleen maar een manier om een eind aan dit alles te maken.’

‘Door de honden te stelen.’

‘Nee, door Marroks vijanden uit de weg te ruimen. Je kunt me beschuldigen van roekeloosheid en spelen met je leven, maar ik zou Marrok of de honden nooit verraden.’ Ze keek Devon recht aan. ‘En dat is de waarheid.’ Ze pakte een EHBO-trommel uit het kastje boven het aanrecht. ‘Je wilt vast niet dat ik je aanraak. Maak je die snee schoon en plak je er een pleister over zodat we hier weg kunnen?’

Devon staarde haar een poosje aan. Gek genoeg merkte ze dat ze Bridget geloofde. Ze had vanaf het begin gezien dat Bridget heel fanatiek was in het beschermen van Marrok. Ze had er echt alles voor over. Ze draaide de kraan open en depte de snee bij haar haargrens. ‘Je hebt Lincoln gedood.’

‘Ja.’ Bridget gaf haar een pleister. ‘Ik moest Lincoln uit de weg ruimen voordat hij kans zag mij uit de weg te ruimen. En het was geen akkefietje tussen twee criminelen, als je dat soms denkt.’

Dat dacht Devon ook niet. Ze wist niet wat ze moest denken. ‘Waarom? Je hebt het niet gedaan om mij te redden, want je hebt dit zelf allemaal opgezet.’

‘Nee, ik vond je een risico dat ik wel kon nemen. De kans was groot dat ik de situatie onder controle kon houden.’ Ze legde de EHBO-trommel weer terug op de plank. ‘Ik zou Lincoln wel degelijk hebben gedood om jou te beschermen, maar ik hoopte het zo te timen dat ik zou krijgen wat ik nodig had voordat het een punt werd.’

‘Wat je nodig had?’

‘Ik wist dat Lincoln met Danner onderhandelde. Het was slechts een kwestie van tijd voordat hij zelf in actie zou komen. Ik moest de controle overnemen voordat Lincoln Danner op Marrok af kon sturen. Maar eerst moest ik bewijs hebben.’

‘Hoe wist je dat Lincoln met Danner onderhandelde?’

‘Ik heb een contactpersoon in Londen die de telefoontjes van Lincoln en Danner heeft getapt. Dat was niet gemakkelijk. Het signaal ging vier keer op en neer over de Atlantische Oceaan voordat Jordan het kon onderscheppen.’

‘Jordan?’

‘Jordan Radkin. Mijn contactpersoon in Engeland.’ Ze deed een stap achteruit. ‘Leg je dat pistool nu weg? Geloof je dat ik de waarheid spreek?’

‘Dat is lastig te zeggen. Je bent zo veranderlijk als de wind.’

‘Nou, als ik kijk naar wat je met Enright hebt gedaan, heb je dat pistool helemaal niet nodig.’ Ze voegde eraan toe: ‘Doe wat je wilt. Het is aan jou.’

Devon aarzelde en bracht de Glock langzaam omlaag.

‘Dat is beter.’ Bridget liep naar de voordeur. ‘Je plunjezak ligt daar, waar je hem bij binnenkomst hebt laten vallen. Stop je wapen erin, dan heb je het bij de hand mocht je toch besluiten me neer te schieten.’

Devon volgde haar naar de deur. ‘Je hebt nog steeds niet verteld waarom je bewijs nodig had dat Lincoln met Danner onderhandelde.’

‘Omdat Lincoln MI6 is. Zonder bewijs dat hij hen zou verraden om de honden voor zichzelf te houden, zou de MI6 een felle aanval op Marrok uitvoeren. Geloof me, Marrok kan dat gedoe niet gebruiken. Dus moest ik een opname van een gesprek tussen Lincoln en Danner regelen.’

‘En is dat gelukt?’

‘Ja, het gesprek is heel bezwarend. Hij was van plan mij en de MI6 te verraden en een partnerschap met Danner aan te gaan. Het was duidelijk dat hij op eigen houtje zou opereren. Ik stuur het bandje meteen naar de MI6. Ze houden niet van verraders. Ze zullen Lincolns dood als een gepaste oplossing voor een probleem beschouwen.’ Ze liep voor Devon uit. ‘Lincoln is uitgeschakeld, nu Danner nog. Kom, we gaan. Ik geloof niet dat Danner onderweg hiernaartoe is, aangezien hij Enright heeft gestuurd om het vuile werk op te knappen, maar ik neem geen enkel risico.’ Eenmaal op de veranda voegde Bridget eraan toe: ‘We gaan met Lincolns auto. Ik heb de mijne een paar kilometer verderop bij de wijngaard achtergelaten.’ Ze liep naar de sedan die vlakbij geparkeerd stond. ‘Ik heb Lincolns sleutels gepikt voordat ik binnenkwam om je te halen.’

‘Heel efficiënt. Je bent duidelijk zeer goed getraind.’ Devon bleef staan en draaide zich om. Ze had in dat huis zojuist een man gedood. En als ze het zelf niet had gedaan, had ze het laten gebeuren, en dat was hetzelfde.

‘Berouw?’ Bridget keek naar haar gezicht.

Wat voelde ze eigenlijk? Lester was een kwelling en dreiging geweest. Als ze hem niet had gedood, was hij misschien doorgegaan met het kapotmaken van iedereen om zich heen. Maar iemand van het leven beroven was gruwelijk. ‘Natuurlijk voel ik berouw. Ik ben zojuist gedwongen geweest iemand te doden.’ Ze liep naar de auto. ‘Maar ik zou het zo weer doen.’ Ze stapte in de auto. ‘Waar breng je me naartoe?’

‘Dat is aan jou.’ Bridget stapte achter het stuur en startte de motor. ‘Ik heb je gebruikt en je bent gewond geraakt. Vanaf nu beslis je zelf. Dat zou je sowieso wel doen.’ Ze trok een grimas. ‘Dat had ik tegen Marrok moeten zeggen toen hij me opdroeg je ergens veilig weg te stoppen.’

‘Marrok kan de boom in,’ zei Devon. ‘Onbegrijpelijk dat hij je dat had opgedragen.’

‘Ik begrijp het wel. Je hebt zijn beschermende kant aangeboord.’ Ze keek even weg. ‘En nog een paar andere reservoirs van gevoelens waarvan hij waarschijnlijk niet eens wist dat hij ze had.’

‘Hij had het récht niet. Vanaf onze allereerste ontmoeting heeft hij me naar believen heen en weer gesleept.’

‘Zeg dat tegen hem.’ Bridget pakte haar telefoon. ‘En ik moet hem meteen spreken. Lincoln heeft kans gezien hem te bellen, en hij is vast witheet van woede. Waarschijnlijk heeft Lincoln hem niets over Danner verteld, maar ik durf te wedden dat ik in dat gesprek een prominente rol heb gespeeld.’ Ze toetste zijn nummer in. ‘Marrok, niets zeggen. Met Devon is alles goed. Ik ga je vertellen wat er is gebeurd en waarom. Daarna mag je je afreageren.’

Marrok kon het niet geloven. Elk woord dat Bridget sprak, wakkerde de woede verder aan die hem sinds Lincolns telefoontje in zijn greep had gehouden.

Woede en een angst die aan hem vrat totdat hij niet meer helder kon denken.

Zich afreageren? Hij wilde door het lint gaan, fel tegen Bridget uitvaren en tegen iedereen die hem in de weg stond.

‘Ik vermoord je, Bridget,’ zei hij met op elkaar geklemde kaken.

‘Doe wat je moet doen,’ zei Bridget. ‘Je hebt Devon op een presenteerblaadje aangereikt, en ik zag een manier om ons via haar van Lincoln te ontdoen.’

‘Zonder met mij te overleggen.’

‘Je had er nooit mee ingestemd. Nu is het een voldongen feit. Lincoln is dood; Lester Enright is een bonus. En Devon is niet gewond geraakt.’ Ze pauzeerde. ‘Nou ja, lichtgewond. Ze heeft een snee op haar hoofd door een klap van Lincoln.’

‘Hoe ernstig is het?’

‘Oppervlakkig.’

‘Ik wil haar spreken.’

Er ging een moment voorbij voordat Bridget weer aan de telefoon kwam. ‘Ze wil je niet spreken. Volgens mij is ze net zo boos op jou als op mij. Devon, wil je alsjeblieft even iets tegen hem zeggen zodat hij niet denkt dat ik over je lieg?’

Devon kwam aan de lijn. ‘Alles is goed,’ zei ze koel. ‘Voor zover ik weet, is alles wat Bridget zegt waar.’

‘En je hoofd? Is het –’

‘Devon heeft de telefoon aan me teruggegeven,’ zei Bridget.

Shit.

‘Waar ben je? Ik kom haar halen.’

‘Als ze je wil zien, komt ze wel naar jou toe,’ zei Bridget. ‘Ze neemt haar eigen beslissingen. We hebben haar al genoeg gemanipuleerd.’ Ze hing op.

Marrok vloekte terwijl hij ophing. Zijn enorme opluchting had al snel plaatsgemaakt voor woede en frustratie.

‘Is alles goed met Devon?’ vroeg Walt.

‘Volgens mij wel. Ze wilde me niet spreken.’ Hij mompelde een vloek. ‘En dat kan ik haar niet bepaald kwalijk nemen. Niet alleen heb ik haar door Bridget in de val laten lopen, maar ik was er ook niet bij toen ze door Lester Enright werd aangevallen.’

‘Verachtelijk.’

Marrok knikte schokkerig. ‘Bridget heeft Lincoln gedood. Ze heeft Devon als aas gebruikt om hem beentje te lichten.’

‘Geloof je haar?’

‘Ja,’ zei Marrok nors. ‘Daar zie ik Bridget wel voor aan.’

‘En nu?’

Dat was de grote vraag. Hij wilde Bridget terugbellen en zeggen dat ze Devon naar hem moest brengen. Hij wilde naar Devon toe, bij haar zijn, haar beschermen. Maar dat was nu onmogelijk. Hij had zijn kans verspeeld.

‘Wacht. Ik wil zeker weten dat Devon veilig is voordat we achter Danner aan gaan.’

Nadat ze had opgehangen, bleef Bridget langs de kant van de weg staan. ‘Ik heb tegen Marrok gezegd dat je je eigen beslissingen neemt, maar doe het wel snel.’

‘Zet me niet onder druk, Bridget,’ zei Devon.

‘Waarom niet? Ik sta ook onder druk. Marrok staat onder druk. Alles zal nu snel gaan. Het maakt me niet uit wat je beslist, maar ik zet je nergens af zonder te weten dat je veilig bent. Ben je klaar met ons? Zal ik je naar een luchthaven brengen zodat je terug kunt naar Denver?’ Ze pauzeerde. ‘Of zal ik Walt bellen om te zeggen dat hij je terug naar Marrok in Arizona moet brengen?’

Devon staarde haar aan. ‘Arizona?’

‘Paco’s ravijn. Marrok heeft besloten naar zijn oude, geliefde geboortegrond terug te gaan om Danner te lokken.’

Devon perste haar lippen op elkaar. ‘Dat heeft hij niet tegen mij gezegd.’

‘En dat maakt je nog kwader.’

‘Zeker weten.’

‘Neem dan een beslissing.’

Devon staarde uit het raam naar de glooiende heuvels. ‘Jij wilt dat ik terugga naar Denver.’

‘Ik denk dat het veiliger voor je is. Maar ik ben het zat om te proberen jou te overtuigen. De beslissing is aan jou.’

Gemakkelijker gezegd dan gedaan, dacht Devon. Ze liep over van verontwaardiging omdat Marrok haar had behandeld als een kind zonder eigen wil. Maar verontwaardiging was nog maar het topje van de ijsberg. Devon zweeg en dacht terug aan wat er vandaag op de hoeve was gebeurd. ‘Ik ben ziedend. Danner stuurde Lester om me te martelen, omdat hij er zelf plezier aan beleefde. Hij genóót van het idee. Lincoln zei dat hij en Danner uit hetzelfde hout gesneden waren, en ik geloof dat. Hij is echt een gruwelijke man.’ Vol ongeloof schudde ze haar hoofd. ‘Hij kent me niet eens, en toch heeft hij dat gedaan. Ik kan me voorstellen wat hij Marrok en de honden zou aandoen. Die klootzak mag niet bij ze in de buurt komen.’ Ze balde haar handen tot vuisten. ‘Hiervóór had ik een heleboel onzinnige, nobele redenen om te blijven. Ik zou helpen met het redden van de honden, met het helpen van de mensheid. Maar nu voel ik me allesbehalve nobel. Het enige wat ik wil, is Danner uitschakelen en voorkomen dat hij nog meer mensen pijn doet. Wat Marrok ook heeft gedaan, het verandert niets aan hoe ik hierover denk.’

‘Je gaat dus naar Marrok.’

‘Hij heeft de honden. Ik wil erbij zijn als Danner toeslaat.’

‘Dan is er iets wat je moet weten.’ Bridget keek recht voor zich. ‘Weet je nog dat ik zei dat ik nog geen visioen van je dood had gehad?’

Devon verstarde. ‘Ja.’

‘Nou, intussen wel. Een duidelijk beeld. Je wordt in de borst geschoten. Bloed. Ik zag je op de grond vallen.’ Ze pauzeerde. ‘Het was avond, maar ik zag dat het een verlaten gebied was, en er lagen grote rode keien achter je.’

Devon voelde dat haar maag zich omkeerde. ‘Paco’s ravijn...’

‘Maar als je er niet heen gaat, gebeurt het misschien niet.’

‘En dan zou het ergens anders kunnen gebeuren.’

‘Je gelooft me niet,’ fluisterde Bridget.

‘Ik geloof dat jij het gelooft.’

‘Maar je gaat toch?’

‘Ik kan me niet verstoppen. Er staat te veel op het spel. Natuurlijk ga ik liever niet.’ Ze huiverde. ‘Je maakt me bang.’

‘Je bent bang? Ik heb het gezíén. En ik weet niet hoe ik het moet voorkomen. Maar er moet een manier zijn. Anders kan ik niet verder leven.’

Devon had nog nooit zoveel wanhoop gehoord als in die laatste woorden van Bridget. ‘Het moet vreselijk voor je zijn. Je zei dat je wel eens had geprobeerd dingen te voorkomen?’

‘Natuurlijk,’ zei ze fel. ‘Maar het is nooit gelukt. Als ik mensen waarschuw, lachen ze me uit of ze negeren me. Ik ben net die vervloekte Cassandra uit de mythologie, wier voorspellingen door niemand werden geloofd. En zelf ingrijpen werkt niet. Ik weet nooit genoeg. Of er is een aspect dat ineens de kop opsteekt en me ervan weerhoudt me erin te mengen. Verdorie, wat heb ik eraan het te weten als ik het niet kan voorkomen?’

‘Heb je dit al je hele leven?’

‘Sinds mijn zevende.’

‘En wisten je ouders dat je dit talent had?’

Ze knikte. ‘Paranormale gaven zitten soms in de familie, en dat was in de mijne zeker het geval. Dus niemand was er verbaasd over. Maar ik was nog maar een kind, en ze besteedden er weinig aandacht aan toen ik hun smeekte die dag niet naar Dublin te gaan. Ik wist niet waarom ik niet wilde dat ze gingen. Ik was gewoon bang.’ Ze keek uit het raam. ‘Een brug begaf het, en ze reden met hun auto de rivier in.’

‘Mijn god.’

Bridget was even stil. ‘Dus je begrijpt waarom ik graag geloof in helende krachten of de zomerhonden. Ik wíl erin geloven. Het is de andere kant van de medaille: niet de dood, maar het leven. Daarom ben ik voor Marrok gaan werken. Ik kan iets dóén. Ik ben niet hulpeloos.’

Devon voelde zowel medelijden als ontzetting. Geen wonder dat Bridget soms zo moeilijk was en altijd gecompliceerd. Devon kon zich niet voorstellen hoe ze er zelf onder zou zijn als ze gedwongen was zo’n last te dragen. ‘En je bent fantastisch met dieren. Dat moet toch een troost voor je zijn.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Sorry. Dat is wel heel positief gesteld.’

‘Zeg dat wel.’ Bridget keek haar weer aan en glimlachte vaag. ‘Maar je hebt gelijk. Dat is weer een andere kant van de medaille.’ Ze startte de auto. ‘Ik breng je naar de lokale luchthaven en bel Walt.’

‘Ga je met me mee?’

‘Nee. Marrok wil me vast niet zien. Het zal wel even duren voordat hij me kan vergeven. Ik zal vanuit een andere hoek aan het probleem Danner moeten werken.’

‘Welke hoek?’

‘Enright is dood, en Danner heeft geen partner meer nu ik Lincoln heb uitgeschakeld. Wat jammer nou. Danner is helemaal alleen. Misschien moet ik maar naar die baan solliciteren.’

‘Lieve hemel, als je een fout maakt, vermoordt hij je.’

Ze haalde haar schouders op. ‘Ik heb jou als aas gebruikt. Misschien wordt het tijd dat ik die rol zelf eens op me neem. Wees blij dat ik mijn eigen leven op het spel zet in plaats van dat van jou.’

‘Daar ben ik zeker blij om. Als je het me van tevoren had gevraagd, had ik me misschien niet eens tegen de rol van aas verzet.’

Bridget tuitte haar lippen. ‘Zeg dat nou niet. Ik voel me echt niet te goed om je naar believen op vrijwillige basis te laten meedoen.’

‘Je “laat” me helemaal niets doen. Zoals je zei, is het mijn eigen keuze.’

‘Ik weet zeker dat je dat tegen Marrok zult zeggen.’

‘Absoluut.’ Devon keek al uit naar die confrontatie met Marrok. ‘Er zijn nog veel meer dingen die ik tegen Marrok wil zeggen.’

Bridget keek toe terwijl Walt opsteeg en in oostelijke richting wegvloog. De zon was bijna onder en het zou volledig donker zijn tegen de tijd dat Devon Paco’s ravijn bereikte. Ze draaide zich om en liep snel terug naar Lincolns auto. Ze had geen tijd om hier te blijven staan en over Devon of Marrok te piekeren. Ze moest een plan maken om Danner in Marroks val te lokken.

Haar mobiele telefoon ging toen ze in de auto stapte. Jordan. Verdorie, ze wilde nu niet met hem praten. Ze zou geneigd zijn steun bij hem te zoeken, en als dat gebeurde, zou hij details willen weten zodat hij zich erin kon mengen. Maar ze kon Jordan niet negeren. Hij vond altijd wel een manier om met haar in contact te komen.

‘Alles bereikt zijn hoogtepunt. Ik heb Lincoln vermoord,’ zei ze toen ze opnam. ‘Nu ben ik aan het bedenken hoe ik Danner te pakken kan krijgen.’

‘Dat klinkt onzeker,’ zei Jordan droog. ‘Ik hou niet van onzeker, Bridget.’

‘Jammer dan. Ik ben Superwoman niet.’

‘Het scheelt niet veel.’ Zijn toon klonk geamuseerd. ‘Ik had je nooit gestuurd als ik er niet van overtuigd was dat ik met jou iets heel speciaals had afgeleverd.’

‘Je bent geen doctor Frankenstein. Je hebt me alleen maar getraind, niet “afgeleverd”.’

‘Oké, je hebt gelijk. Kun je het me kwalijk nemen dat ik met een deel van de eer wil strijken? Er komt niet vaak iemand voorbij die zo interessant is als jij.’ Hij pauzeerde. ‘En ik ontwaar een zekere gespannenheid. Heeft het doden van Lincoln je van streek gemaakt?’

‘Nee. Nou ja, een beetje wel. Ik hou er niet van om mensen te doden, zelfs niet als het om klootzakken gaat.’ Jordan was haar veel te nieuwsgierig. Ze moest aan hem ontsnappen. ‘Ik heb geen tijd om te praten. Waarom bel je?’

‘Je zit ergens mee in de maag. Dat heeft me uit een diepe slaap gerukt. Als het niet om Lincoln gaat, moet het iets anders zijn.’

Ze had kunnen weten dat Jordan een wanhopig voorgevoel zou hebben. Hij wist altijd wat er in haar omging.

‘Vertel me wat er mis is,’ zei hij rustig.

Het had geen zin hem nog langer aan het lijntje te houden.

‘Ik weet niet of ik Devon in leven kan houden,’ fluisterde ze. ‘Ik heb het zien gebeuren, Jordan. Ik zag dat ze werd neergeschoten. Ik zag dat ze stierf. Ik weet niet of ik het kan stoppen.’

‘Als je het niet kunt, dan zij dat zo. Zoals je zelf al zei, ben je geen Superwoman.’

‘Ik kan zo niet verder. Ik moet een manier vinden om het af te wenden. Als ik het zie gebeuren, moet er ook een manier zijn om het tegen te houden.’

‘Om het tegen te houden moet je de omstandigheden veranderen. Laten we eens kijken naar wat je hebt gezien. Waar vond het plaats?’

‘In Paco’s ravijn. En ik heb al geprobeerd haar over te halen er niet heen te gaan. Ze wil niet luisteren.’

‘Zoek dan een ander stukje van de puzzel. Eén kleine wijziging die wellicht alles zal veranderen. Was er iemand bij haar?’

Ze dacht even na. ‘Er stond niemand naast haar. Als er al iemand was, heb ik diegene niet gezien.’

‘Had ze een wapen?’

‘Nee.’

‘Verander die omstandigheid dan.’

‘Hoe in vredesnaam? Ik heb dit eerder meegemaakt. Ik verander één detail, en dan gebeurt er iets waardoor het weer terugverandert.’

‘Geloof je dan dat het het lot is en dat je er geen zeggenschap over hebt?’

‘Als het het lot was, zou er geen reden zijn waarom ik het zie gebeuren. Het universum mag verknipt zijn, maar er moet een reden en een zeker evenwicht zijn. Kon ik het maar één keer stoppen...’

Jordan was stil. ‘Je klinkt wanhopig, Bridget. Moet ik komen?’

Verdorie, ze had hem haar spanning laten voelen, verdorie. ‘Nee, ik red me wel. Jij hebt het al druk genoeg met het eiland.’

‘Ik kan hier zo weg en alles achterlaten. Jij bent de enige die belangrijk voor me is.’

‘Leugenaar.’ Ze moest nodig ophangen. ‘Mocht ik nog van gedachten veranderen, dan bel ik je.’

Weer was hij stil. ‘Vooruit dan maar, ik laat je gaan. Maar niet voor lang, Bridget.’

‘Dag Jordan.’ Ze hing op en haalde diep en schokkerig adem. Praten met Jordan wakkerde altijd een mengeling van emoties aan. Hij was briljant en had de ervaring om het kaf van het koren te kunnen scheiden en licht te schijnen op de donkerste hoeken van haar geest. Maar die vaardigheid zorgde er ook voor dat ze zich enorm kwetsbaar voelde.

De omstandigheden veranderen. Eén kleine wijziging kon alles veranderen.

Ze zou erover nadenken. Maar eerst moest ze Danner naar Paco’s ravijn zien te krijgen.

De lichten van de helikopter sneden door de duisternis en onthulden Marrok, die op het plateau beneden stond te wachten.

Devon probeerde de instinctieve reactie te onderdrukken die niets met woede te maken had. Verdorie, ze hoefde hem maar te zien of haar lichaam tintelde en raakte opgewonden.

Marrok liep snel in de richting van de helikopter en trok het portier open. Vervolgens keek hij haar aan. ‘Ik help je graag uitstappen, maar ik weet niet of je mijn hand wel aanpakt.’

‘Ik heb geen hulp nodig.’ Ze stapte zelf uit de helikopter. ‘Waar is Ned?’

‘Ik heb hem bij de andere honden in een kamp in het ravijn achtergelaten. Ik wil dat hij eraan gewend raakt daar te blijven zolang hij hier is. Hij voelt zich op zijn gemak bij ze, en ze worden beschermd door bewakers.’

‘Tegen Danner. Volgens Bridget ben je daarom hier.’

Zijn gezicht verstrakte. ‘Ik praat liever niet over Bridget.’

‘Je bent boos op haar. Dat verwachtte ze al.’

‘En terecht. Ze heeft me verraden en jou ook.’

‘Niet erger dan jij hebt gedaan. Zij heeft gelogen en jij hebt gelogen. Ze heeft me tot een gevangene gemaakt. Dat was jouw plan. Me ergens wegstoppen, zodat ik je niet voor de voeten zou lopen. Maar zij heeft me in elk geval nog bevrijd.’ Ze keek naar Walt. ‘Het verbaast me dat Walt niet de opdracht heeft gekregen de klus van Bridget over te nemen.’

‘Ik peins er niet over,’ zei Walt. ‘Veel te lastig. Marrok mag voortaan zijn eigen vuile klusjes opknappen.’ Hij stapte uit de helikopter. ‘Ik ga Sid Cadow zoeken; eens kijken of ik hem lekker kan maken voor een spelletje poker. Bel me als je me nodig hebt.’

Devon liep in de richting van het ravijn. ‘Zo te horen heb je iedereen van de ranch hierheen gebracht.’

Hij haalde haar in. ‘Bijna iedereen. Dit ravijn is als een doolhof. Overal zijn hoeken, richels en schuilplekken. Ik heb de honden en hun bewakers in de veiligste gezet.’

‘En ik neem aan dat de andere hoeken en richels goed zijn voor hinderlagen?’

‘Inderdaad.’

‘Hoe denk je Danner hier te krijgen?’

‘Ik wilde Walt vragen Nick Gilroy bij Sarah op te halen en hiernaartoe te brengen. Hij zou ongetwijfeld gevolgd zijn.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Maar Nick dook vandaag ineens op de ranch op. Hij wilde erbij zijn. Ik heb hem hierheen laten brengen.’

‘En nu?’

‘Ik bedenk wel een andere manier. Ik kan me nu weer concentreren. Eerder kon ik alleen maar denken aan hoe ik je heelhuids kon terugkrijgen.’

‘Bridget kan misschien helpen. Ze zou Danner benaderen en –’

‘Geen Bridget.’

‘Als ze van plan is te helpen, moeten we haar haar gang laten gaan. Ze zet haar leven op het spel. Ze verdient onze hulp.’

‘Ik kan haar niet vertrouwen.’

‘Als ik haar kan vertrouwen na alles wat ze me heeft aangedaan, zou jij er helemaal geen probleem mee moeten hebben.’

‘Wat ze jou heeft aangedaan is juist de reden dat ik haar nooit zal vergeven. Luister, ik vertrouw maar weinig mensen, maar haar vertrouwde ik wel. Dat gebeurt me nooit weer. Ik riskeer je leven niet nog een keer.’

‘Je hebt niets te zeggen over wat er met mij gebeurt,’ zei ze koel. ‘En om een of andere reden is Bridget net zo bezorgd om jou als om de honden. Je zou wel gek zijn zo iemand te negeren.’

Hij antwoordde niet.

Koppig, dacht ze geërgerd. Ze had niet anders verwacht. Bridget ook niet. Maar hoe langer ze eraan dacht hoe alleen Bridget nu was, hoe meer ze hem door elkaar wilde schudden. Aan zijn gesloten uitdrukking zag ze echter dat hij zich niet door argumenten zou laten vermurwen. Later misschien.

Snel ging ze op een ander onderwerp over. ‘Waar slaap ik?’

‘Ik heb een slaapzak voor je in de grot gelegd. Tenzij je liever in de openlucht slaapt.’

‘Het maakt mij niet uit. De grot is prima.’

Hij glimlachte vaag. ‘De laatste keer dat we het erover hadden, had je bezwaren tegen het bezetten van de grot.’

Ze voelde warmte door haar lichaam trekken. ‘Ben je me aan het provoceren?’

‘Ik hoop het. Maar niet doelbewust. Ik weet wel beter dan nu een versierpoging te doen. Ik ben allang blij dat je hebt besloten thuis te komen.’

‘Dit is jouw thuis, niet het mijne.’

Hij schudde zijn hoofd. ‘Het is ook jouw thuis. Ik geef het aan je.’ Ze hadden de grot bereikt, en hij gebaarde dat ze naar binnen moest gaan. ‘Ik heb een vuurtje voor je gemaakt. Na middernacht wordt het hier echt koud. In die plunjezak zitten je kleren en een tandenborstel. En in de koelbox liggen flessen water.’

Ze herinnerde zich die eerste dag toen hij een flesje water voor haar uit die box had gepakt. Hij had er ook een flesje met Paco’s medicijn uit gehaald en haar gevraagd het in zijn wond te wrijven.

Er kwamen te veel herinneringen boven. Ze wilde niet terugdenken aan dat moment waarop ze het medicijn in zijn wond wreef, nadat ze op het pad de liefde hadden bedreven. Te laat. Ze zag het voor zich, elke beweging, elke aanraking.

‘Welterusten.’ Haastig liep ze langs hem de grot in.

Marrok volgde haar. ‘Ik moet die snee zien. Hoe erg is het?’

‘Het stelt niets voor,’ zei ze snel. ‘Ik heb Paco’s medicijn niet nodig.’

‘Laat zien.’ Zachtjes duwde hij haar haren naar achteren en voorzichtig verwijderde hij de pleister. Vervolgens liet hij zijn wijsvinger over de snee glijden. Hees zei hij: ‘Die verdomde Bridget.’

Ze voelde zijn polsslag onder zijn aanraking en deed een stap naar achteren. ‘Oppervlakkig, precies zoals ze zei. De pleister is niet eens meer nodig nu het bloeden is gestopt. Het is maar een schrammetje. Laat maar.’

‘Is dit alles?’ Hij pauzeerde. ‘Heeft Enright je verder geen pijn gedaan?’

‘Ik wil het niet over Lester hebben.’

Hij bestudeerde haar gezichtsuitdrukking en deed zijn mond open om iets te zeggen. Maar ineens draaide hij zich om. ‘Wat jij wilt.’ Hij liep naar de uitgang van de grot. ‘Ik slaap buiten. Roep me maar als je me nodig hebt.’

‘Ik heb je niet nodig.’

‘Toch ben ik er om je te beschermen.’

‘Dat heb ik ook niet nodig.’

‘Ik wel.’ Ze keek toe terwijl hij op de steen buiten ging zitten, met de rug naar haar toe. ‘Je hebt geen idee hoe erg ik het nodig heb om je te bewaken en te beschermen. Niemand zal je nog pijn doen of je opnieuw wegvoeren. Het is puur zelfbehoud. Het deed te veel pijn toen ik dacht dat ik je misschien kwijt was.’

Niet antwoorden. Laat je niet ontroeren. Hou je woede vast. Blijf afstand houden.

Ze trok haar schoenen uit en klom in de slaapzak voor het vuur. Ze voelde de warmte van de vlammen die haar wangen streelde. Hoeveel jaar had Marrok hier bij een vuurtje geslapen met Paco aan de andere kant? Hadden ze gepraat en grapjes gemaakt? Ze wenste dat ze de oude man had gekend. Want dan was ze misschien in staat het mysterie Marrok te ontrafelen.

Sluit je ogen. Ga slapen. Je bent hier niet om puzzels over Marrok op te lossen. Je bent hier om Danner te pakken. Je bent hier om de zomerhonden te redden.

Maar ze kon de slaap niet vatten. Uren later was ze nog steeds wakker. Elke zenuw en elke spier was gespannen. Ze was zich er bijna pijnlijk van bewust dat Marrok slechts enkele meters verderop lag. Voor de honderdste keer draaide ze zich om.

‘Heb je het koud?’ Marrok stond in de opening van de grot. ‘Zal ik meer hout op het vuur gooien?’

‘Nee.’

‘Dat dacht ik al.’ Hij ging in kleermakerszit vlak bij de deur zitten. ‘Het was maar een excuus. Volgens mij kunnen we allebei de slaap niet vatten. Er is te veel onuitgesproken.’

‘Ik heb alles gezegd wat ik wilde zeggen.’

‘Niet de woorden die ik wil horen. Ik probeer begripvol en gevoelig te zijn, maar het werkt niet bij mij.’

‘Dat heeft het nooit gedaan.’

‘Enright. Ik zag je gezichtsuitdrukking. Hij heeft je pijn gedaan, hè?’

Ze verstijfde. ‘We hebben gevochten. Natuurlijk heeft hij me pijn gedaan.’

‘Hoe?’ vroeg hij hees.

‘Dat maakt niet uit. Het zal niet weer gebeuren.’

‘Hoe?’

‘Hij heeft me vastgegrepen. Hij was sterk. Ik krijg gemakkelijk blauwe plekken.’

‘Ik zie geen blauwe plekken.’

‘Laat nou maar zitten, Marrok.’

‘Dat kan ik niet. Ik moet ze zien. Laat me kijken.’

‘Ga je dan weg?’

Hij knikte. ‘Laat kijken.’

Ze knoopte haar blouse open en trok haar behabandjes naar beneden. ‘Het is voorbij. Het maakt niet meer uit.’

‘Mijn god.’ Hij keek naar haar gezwollen borst, die roodpaarse plekken vertoonde. ‘Heeft hij dat gedaan?’

‘Blauwe plekken trekken weer weg.’ Ze trok haar behabandjes weer op.

‘Nee.’ Ineens zat hij naast haar. ‘Nog niet.’ Hij drukte zijn hoofd tegen haar borst. ‘Het spijt me dat ik er niet voor je was.’ Zijn stem was zacht. ‘Het spijt me dat ik hem je dit heb laten aandoen.’

‘Je hebt Lester niets laten doen. Hij heeft het allemaal zelf gedaan.’ Ze dwong zichzelf haar armen langs haar zij te houden en ze niet om hem heen te slaan. ‘En niet lang. Totdat ik zover was dat ik tegen hem kon vechten.’

‘Je had me over hem moeten vertellen. Je had mij het voor je moeten laten afhandelen.’

‘Ik heb je al eerder gezegd dat ik mijn eigen problemen afhandel.’

‘Dat kan ik niet toestaan. Niet meer.’

‘Je kunt nu beter weggaan, Marrok.’ Ze moest zich inspannen om haar stem vast te houden. ‘Je hebt gekregen waar je voor gekomen was.’

‘Dat is niet waar.’ Hij hief zijn hoofd op. Zijn donkere ogen glinsterden in zijn gespannen gezicht en zijn lippen stonden strak van verdriet. ‘Ik wil even naar je kijken. Ik wil niet vergeten wat hij je heeft aangedaan.’

‘Waarom in vredesnaam?’

‘Omdat het belangrijk is.’ Hij boog zijn hoofd en zijn lippen streelden zachtjes haar borst. Zijn wang voelde warm, hard, en ietwat ruw tegen haar huid terwijl hij hem heen en weer bewoog. ‘Omdat het dan af en toe bij me terug zal komen om me eraan te herinneren dat ik ervoor moet zorgen dat zoiets je nooit weer overkomt.’

Ze voelde dat ze diep vanbinnen smolt. ‘Ga weg, Marrok. Je zei dat je zou weggaan.’

Een poosje verroerde hij zich niet en zijn wang bleef tegen haar borst gedrukt. ‘Oké.’ Hij ging op zijn hurken zitten en knoopte haar blouse dicht. ‘Ik zal je niet meer aanraken.’ Hij stond op en ging weer op zijn oude plek bij de ingang zitten. ‘Ik moest het gewoon weten. Ik werd er gek van. Laat me nog heel even blijven.’ Hij leunde tegen de rotswand en staarde in het vuur. ‘Ik heb nagedacht. Ik ben boos op Bridget, maar ik ben degene die schuld aan dit alles heeft.’

‘Inderdaad.’

Hij glimlachte scheef. ‘Voor eerlijkheid ben ik bij jou altijd aan het goede adres, hè? Maar weet je, ik had niet in de gaten dat ik me als een klootzak gedroeg. Wilde ik echt dat je veilig was? Met heel mijn hart. Maar er was nog een reden waarom ik Bridget vroeg je bij me weg te halen.’ Hij pauzeerde. ‘Ik had je verteld dat ik niet zo eerlijk tegen jou kon zijn als jij tegen mij. Ik moest je bij me wegduwen. Je maakte me bang. Zo heb ik me nog nooit gevoeld. Het was alsof een deel van me...’ Hij zocht het juiste woord. ‘... wegvloeide, en ik wist dat ik het misschien nooit zou terugkrijgen.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Mijn hele leven ben ik alleen geweest, en dat was mijn eigen keuze. Ik weet niet hoe ik moet omgaan met wat ik nu voel.’

‘Niemand heeft je gevraagd ermee om te gaan,’ zei ze onrustig. ‘Je weet dat het niet mijn bedoeling was je in een hoek te drukken.’

‘Maar ik moet het leren.’ Hij keek van het vuur naar haar gezicht. ‘Ik moet je ervan zien te overtuigen bij me te blijven. Want ik weet nu dat ik het nog beangstigender vind om zonder jou verder te gaan.’ Hij kwam overeind. ‘Dat was het. Ik moest het gewoon even kwijt. Ga slapen. Ik zal je vanavond niet meer lastigvallen.’

En weg was hij. Devon zag dat hij weer zijn plek voor de grot innam. Ga slapen? Hoe moest ze dat doen terwijl ze naar hem hunkerde, mét hem hunkerde? Ze was enorm geroerd. Verlies in vredesnaam niet je zelfbeheersing vanwege een paar woorden.

Maar zijn woorden waren simpel en oprecht geweest.

En op haar borst lag een spoortje vocht waar zijn wang had gerust.

Waarom bracht dat teken van kwetsbaarheid haar aan het wankelen? Hij zou het nooit toegeven. Ze zou moeten vasthouden aan haar woede. Hij had zich zoals gewoonlijk arrogant gedragen en haar onafhankelijkheid en gedecideerdheid geloochend.

Je wordt in de borst geschoten. Bloed. Ik zag je op de grond vallen.

Bridgets woorden kwamen uit het niets naar boven en bezorgden haar de rillingen, zoals de eerste keer dat ze die woorden had gehoord.

De dood. Het leven.

Moest ze aan woede vasthouden terwijl er misschien geen tijd meer was voor iets anders? Ze wist niet of ze Bridgets voorspelling moest geloven, maar het leven was te kort om risico’s te nemen.

Even later had ze zich uit de slaapzak bevrijd en stond ze voor de grot.

‘Verdorie, Marrok.’ Ze ging op haar knieën naast hem zitten. ‘Het was fout Bridget te vragen me als een marionet te verplaatsen. Ik kan er niet bij dat je zo kon handelen.’

Hij ging rechtop zitten en zei ernstig: ‘Ik wel. Op een of andere manier heb ik mijn hele leven fout gehandeld.’

‘Je kunt me niet zomaar in een opwelling verplaatsen.’

‘Het was allesbehalve een opwelling.’

‘Dan wordt het tijd voor een gedragsverandering. Ik wil niet dat je zoiets nog een keer doet.’

Hij viel stil. ‘Dus ik krijg nog wel een kans om het nog een keer te doen?’

‘Zo moet je het niet zien,’ zei ze rillend. ‘Als je nog een keer over de schreef gaat, draai ik je de nek om.’

Hij reikte naar haar en zijn handen bleven boven haar schouders hangen. ‘Ga ik over de schreef als ik je aanraak?’

‘Nee.’ Ze liet zich in zijn armen vallen. Hij voelde sterk aan, goed, solide, en hij wist de nacht buiten te sluiten. Bridgets woorden buiten te sluiten. ‘Dat doe je heel goed. Pas als je gaat nadenken, gaat het mis. Je had nooit uit bed moeten stappen en mij alleen en ongerust moeten achterlaten. Daar zijn alle problemen begonnen.’

‘Het zal niet weer gebeuren.’ Hij streek over haar haren. ‘Ik had niet verwacht dat je me zo snel zou vergeven. Ik was voorbereid op een fikse ruzie. Waarom?’

... in de borst geschoten. Bloed...

‘Je hebt geluk gehad. Ik ben tot de conclusie gekomen dat maar weinig dingen de moeite waard zijn om je hele leven woedend over te blijven. Het vergiftigt je leven. Ik weet wat het is om een slachtoffer te zijn, en dat overkomt me nooit meer. Ik kan alles aan wat je aanreikt. Ik kan jou aan, Marrok.’ Ze nestelde zich dichter tegen hem aan. ‘En je zei dat het een koude nacht zou worden. Ik hou niet van slaapzakken.’

‘Ik ook niet. Maar hierbuiten zal het nog kouder zijn.’

‘Dan gaan we naar binnen.’ Ze keek naar zijn gezichtsuitdrukking. ‘Dat punt zijn we gepasseerd, Marrok. Ik ben niet bang voor concurrentie van vrouwen met wie je jaren geleden hebt gevreeën. Ik ben in het voordeel.’ Ze stond op en stak haar hand naar hem uit. ‘Je bent stapelgek op me. En verdorie, ik ben stapelgek op jou. We hebben een lange weg te gaan, maar dit is een begin.’

‘Een fantastisch begin.’ Hij sprong overeind, sloeg zijn arm om haar middel en trok haar snel de grot in. Alle tekenen van onzekerheid en opgelatenheid waren verdwenen. Hij was weer Marrok: vrijpostig en dynamisch met een spoortje roekeloze energie. En hij was beslist ongeduldig. ‘En over alle andere dingen maken we ons later wel druk. Het kan me niet schelen hoe lang de weg is die we nog hebben te gaan. Laten we gewoon van de reis genieten.’

De schaduwen van de vlammen dansten op de wanden van de grot en gleden over zijn prominente, hoge jukbeenderen en de sensuele curve van zijn mond. Zo mooi, dacht ze warrig. Alles aan hem was krachtig, sensueel en vurig.

‘Maar die reis moet wel snel beginnen,’ mompelde hij. Behendig maar met trillende vingers knoopte hij haar blouse los, en zijn ademhaling versnelde. ‘Ik sta op het punt –’ Ineens verstijfde hij, en zijn vingers bleven boven de knoopjes hangen. ‘Ik ben weer egoïstisch bezig. Je hebt vandaag al zoveel meegemaakt, en ik sta op het punt je het bed in te sleuren. Waarom geef je me geen dreun?’

Verbaasd keek ze hem aan. ‘Mijn god, bespeur ik hier fijngevoeligheid?’

Hij trok een stuurs gezicht. ‘Niet van harte.’

‘En op het verkeerde moment.’

‘Dus ik hoef niet fijngevoelig te zijn?’

Ze schudde haar hoofd terwijl ze terugdacht aan het vage spoortje vocht op haar borst. Dit was niet het moment om het te noemen. Waarschijnlijk zou ze het nooit doen.

‘Samen de liefde bedrijven is fantastisch en helend, en meer fijngevoeligheid verlang ik vanavond niet van je.’ Ze kuste hem lang en hard. ‘Begrepen?’

‘Wat jij zegt.’ Vliegensvlug trok hij haar kleren uit. ‘Wat jij wilt.’

Wat zij wilde.

Dit was wat ze wilde. Híj was wat ze wilde. Ze moest ineens terugdenken aan haar eerdere gedachten aan Marrok en Paco samen in de grot. Ze had gewenst dat ze Paco had gekend, dat ze hen samen had kunnen zien.

Ben je daar, Paco?

Het komt goed met hem. Je hebt al die jaren geleden uitstekend voor hem gezorgd. Ik beloof je dat ik het van nu af aan van je overneem.

‘Hé.’ Marrok keek glimlachend op haar neer. ‘Waarom heb ik het gevoel dat je geen aandacht voor me hebt?’

Ik zal voor hem zorgen, Paco.

Ze sloeg haar armen om hem heen en trok hem naar zich toe. ‘Ik heb wel degelijk aandacht voor je,’ fluisterde ze. ‘Meer dan je voor mogelijk houdt, Marrok.’